Bezoek Kinderhuis Cambodja, maart 2012

Bezoek aan de slums van Phnom Penh
Vóór mijn reis naar Siem Reap ben ik samen met Sopheap, op haar verzoek, ‘op bezoek’ geweest in de slums van Phnom Penh. Het ging er om de plekken te achterhalen waar de kinderen van ons tehuis vandaan komen. Daarvoor moesten we soms lang dwalen en zoeken. Uiteindelijk hebben we vier sloppenwijken bezocht. Een normaal mens komt daar nooit en zou het ook niet weten te vinden, want ze liggen bijna allemaal buiten de stad, ver van de begaanbare wegen, verscholen achter bosschages.

Alles bij elkaar was het erg heftig. Niet alleen vanwege de stank, de vuilnis, de open riolen, en de woonkrotten, maar ook vanwege de smerige en vaak mismaakte mensen en de broodmagere, vervuilde kinderen. Een inferno als in een film van Fellini. Bij mij overheerste steeds de gedachte: de kinderen van ons kinderhuis zijn ontsnapt aan de hel – zij wel, maar ontelbaar veel andere niet.

Van alle kinderen wier herkomst we wilden traceren, hebben we inderdaad familie of kennissen gevonden. Bijvoorbeeld, een schele, minvermogende buurman van vroeger die nog wist dat de moeder aids had en de vader een dronkenlap was; een veel te dikke vrouw die een tijdje de vijf kinderen van één verslaafde moeder had opgevangen toen die moeder was overleden; een tandeloze, scheefgegroeide ‘neef’ van een alleenstaande vader die vanwege een  moord voor lange tijd in de gevangenis zit; en twee keer een grootmoeder, de ene blind en met een doodzieke echtgenoot naast zich in een piepklein hutje, de andere op de grond kronkelend van de jicht en moederziel alleen. Ik voelde dat ik steeds een gezicht opzette alsof ik het allemaal normaal vond. Maar ondertussen.

Inmiddels weet ik van alle kinderen wat hun achtergrond is. Er zijn er die geen ouders of verdere familie hebben. Sommigen hebben die wel, maar dan is de moeder ziek of ernstig verslaafd is en is de vader onbekend of spoorloos  (het bevolkingsregister van Cambodja is nog lang niet op orde). Een paar hebben (over)grootouders die wel voor ze zouden willen zorgen maar dat eenvoudig niet kunnen.

Beroepsonderwijs voor grootste jongens
In juli had ik een gesprek met Sopheap en Dara over de wenselijkheid dat de grotere kinderen wat werkervaring zouden opdoen met werk buiten schooltijd. Dat heeft ertoe geleid dat ze in augustus vakantiewerk zijn gaan doen in een restaurant. Ze vonden dat zo leuk dat ze besloten hebben kok te willen worden. Daarvoor zijn ze nu aangemeld bij Saala Bai, een school voor allerlei functies in de horeca, zeer professioneel gerund door een Franse NGO. Voorwaarde is dat ze echt straatarm zijn, minimaal onderwijs hebben genoten en goed gemotiveerd zijn. Dat wordt nu allemaal onderzocht. Ik zit echt voor ze te duimen, want dit zou een hele mooie kans voor hen zijn. Een onbetaalde opleiding van een jaar (in de middaguren, ná de lessen op gewone school in de ochtend), waarvoor Franse donateurs de kosten van 3000 euro p.p. opbrengen en die 100% uitzicht biedt op een baan.

Een betonnen put voor afvalwater
Toen ik eind december arriveerde was ik net als in juli aangenaam verrast door de verbeteringen aan het huis en het erf. Er was een nieuwe wasplaats, aangesloten op de waterleiding, een met afvalhout aangebouwde ‘slaapkamer’ en de ‘keuken’ was zodanig verplaatst dat de rook van de kookpotten niet meer het huis in waaide. En het erf was helemaal schoongemaakt en zelfs versierd met jonge varenplanten. Wat restte was één grote open kuil waar al het smerige afvalwater werd geloosd. Dat was natuurlijk een bron van besmetting en een doorn in mijn oog.

Na lang dubben hebben we besloten die kuil te vervangen door een betonnen put van 3,5 meter met een afsluitdeksel. Dat bleek een ‘hell of a job’: een diepe kuil graven in vaak steenachtige grond voor de put, pijpleidingen ondergronds aanbrengen voor het afvalwater van twee wasplaatsen en de keuken, het water uit de oude  kuil afvoeren en de hele boel egaliseren. Het heeft niet minder dan vijf dagen gekost om dit allemaal voor elkaar te krijgen – met behulp van alle kinderen boven de tien jaar. Toen het klaar was, was er een ‘party’ met veel cola en koeken.

Het beleid van de Cambodjaanse regering.
Pas geleden is er een rapport van de UNICEF verschenen waarin wordt gesteld dat het niet goed gaat met de weeshuizen in Cambodja. Er zouden er 271 zijn met in totaal 120.000 kinderen, waarvan slechts 23% echt wees is. Bovendien is het aantal weeshuizen de afgelopen 6 jaar met 75% toegenomen. Het rapport zegt dat dit niet kan en dat er sprake is van corruptie, in die zin dat veel weeshuizen een dekmantel vormen voor puur commerciële aangelegenheden gebaseerd op uitbuiting van kinderen. Van kinderarbeid tot kindermisbruik.

De regering heeft zich deze kritiek aangetrokken en inmiddels 70 van die tehuizen gesloten. Daarnaast is er een begin gemaakt met een zeer ernstig onderzoek naar de antecedenten van de overige weeshuizen en naar de vraag of de kinderen er terecht een onderkomen hebben gevonden. Ons kinderhuis is inmiddels door die zware controle heen en geheel in orde bevonden. Dat was te verwachten, want de boekhouding van in- en uitgaven ziet er tiptop uit en van alle kinderen bestaat er een door de autoriteiten ondertekend document over waar ze vandaan komen en waarom het kinderhuis voor hen echt ‘a place of last resort’ is.

‘De sponsor’ werd ook ‘gescreend’ en moest 300 dollar betalen om als legaal in de boeken te worden opgenomen. Als dit leges waren, dan zou er een recu verstrekt moeten zijn. Dat gebeurde niet. En meerdere ngo’ers verzekeren dat in dit soort dingen de kleine, overal en altijd aanwezige corrupie schuilt.

Steun van Wilde Ganzen
De stichting draait nu een jaar en heeft zich mogen verheugen in veel kleine en grotere donaties van familie, vrienden en kennissen. Dat is lang niet genoeg en bovendien betreft het voornamelijk eenmalige bijdragen. Het bestuur van de stichting heeft tenslotte Wilde Ganzen bereid gevonden om althans voor 2012 iedere 1000 euro die de stichting weet binnen te halen te vermeerderen met ongeveer 500 euro. Dat betekent voor de rest van het jaar dat de stichting 10.000 euro moet zien te verzamelen. Dat is veel, maar we hopen dat veel mensen dit lezen en besluiten ons te helpen – liefst met een maandelijkse bijdrage.

Het toeval wilde dat Wilde Ganzen net had besloten om al haar projecten in Cambodja te bezoeken en zo kwamen de voorzitter van Wilde Ganzen, Josine, en haar rechterhand, Silvia, ook een kijkje  nemen in ons kinderhuis. Ze waren duidelijk onder de indruk van de ernstige armoe en van de wijze waarop de directie en de stichting dit proberen het hoofd te bieden. Vandaar hun beslissing om de helpende hand te bieden. Tenslotte zal het kinderhuis zelfs op 16 juni op Nederland 1 gepresenteerd worden als Wilde Ganzen-‘Project van de week’.
Bij de meevallers mag trouwens niet onvermeld blijven dat de ASN-foundation voor de tweede keer 1000 euro heeft toegezegd en dat er een MAVO-school in West Brabant is die actie wil gaan voeren voor het kinderhuis.

Th. Bolten (maart 2012)